De Tour de Manche
Door: Aris
Blijf op de hoogte en volg Aris
22 Augustus 2013 | Frankrijk, Roscoff
Na de invasiestranden was het maar een klein stukje voordat ik bij het uiterste noorden van Normandie was. Zoals ik al schreef werden het rotskusten met hier en daar een baai met al of niet strand. In dat laatste geval was het dan ook meteen druk, volle stranden, volle campings mede gestimuleerd door het mooie weer en de vakantie van de fransen die ondertussen ook begonnen was.
Vanaf zo’n camping met een flink aantal sterren en ook veel Nederlanders (en de duurste ook tot nu toe) vertrok ik naar de haven van Cherbourg om aan de Tour de Manche te beginnen.
De Tour de Manche is een lange afstand fietstocht die voornamelijk door de Manche gaat (dit is het noordelijkste en westelijkste deel van Normandie) maar ook voor een deel in het zuiden van Engeland. Sinds dit jaar is hij verder uitgebreid naar het westen en dus Bretagne en is er het stuk tussen St Malo en Roscoff bijgekomen.
Het eerste deel gaat zuidwaarts slingerend vanaf Cherbourg midden door de “punt” van Normandie om later bij de kust oostelijk van St Michel te komen. Na St Michel wordt vaak de kustlijn van Bretagene gevolgd om in Roscoff te eindigen.
Zowel Cherbourg, St Malo als Roscoff hebben ferry verbindingen met Engeland.
Normandie
Wat mij het meeste is bijgebleven dat er wat zoekwerk nodig was om uit de stad Cherbpurg volgens de route te komen en dat er daarna een kilometer of vijf van licht tot stevig geklommen moest worden. Later kwam de route op een spoorlijn dus ging het stijgen en dalen heel geleidelijk. Ook de dagen erna vele kilometers op oude treintrajecten gereden maar ook langs een rivier zijn er bijna 2 volle dagen doorgebracht. Tussen beide mogelijkheden was er wel een doorsteek waarbij af en toe stevig geklommen moest worden. Eén dal is mij speciaal bijgebleven; het werd al van verre met bordjes aangegeven maar wist ik veel. Na een steile en slingerende afdaling ben je beneden en sta je oog in oog met de “pilaren" van wat vroeger een brug geweest zal zijn. Nu is het geheel omgetoverd tot een “pretpark” voor mensen die geen last van hoogtevrees hebben. Je kunt er bungeejumpen, aan een kabellijn afglijden maar je kunt ook schommelen. Dit is een variatie op bungeejumpen waarbij je horizontaal ligt en na schuin omhoog getakeld te zijn je omlaag duikt en als en schommel heen en weer gaat. Volgens de bordjes 135 km/u in 10 sec. ( als ik me het goed herinner). Op de helling aan de overkant was er nog een achtbaan/bobsleebaan. Na wat verfrissende dranken (het was 30+) werd het wel omhoog lopen omdat het eerste stuk behalve steil ook onverhard was. Lopen betekend in dit geval bijna stap voor stap je fiets en het “maison mobile” omhoog trekken/duwen.
De kwaliteit van de wegen was wisselend. Vooral in het beginstuk waren de “spoorlijnen” bedekt met een flinke laag los en grof steenslag of met zand/leem en fijn grind; soms wat meer aangereden soms wat minder. Aan het eind van het Normandische deel was alles goed aangereden en fietste het lekker. De kilometers langs de rivier hadden ook zijn beperkingen omdat het “onverhard” was. Ik was dan soms blij als ik op een stukje asfalt kon rijden want dat scheelt toch wel heel wat.
Mont Saint Michel
Ik kwam redelijk vroeg in de middag op een camping zuidelijk van het bekende eilandklooster. Hierdoor kon ik dus zonder “ballast” er een bezoek aan brengen. Nu ken ik – en waarschijnlijk wel bijna iedereen – er de plaatjes van, maar het was een heel stuk groter dan ik verwachtte. Het eiland dat vroeger alleen bij laag water te bereiken was bestaat eigenlijk uit een rotspunt aan de rand van het vaste land / te midden van waddenachtige zee.
( Een opmerking tussendoor: het vergelijkbare Engelse Mount Michael is veeeel kleiner en dichter bij het vaste land )
In de loop van de eeuwen zijn er vele verbouwingen van het klooster geweest en is er aan de voet en bergop naar de “ingang” een dorpje gebouwd. Dat bestaat nu nog steeds maar het zijn winkels, eet en drinkgelegenheden en hotels geworden. Ook het klooster is als zodanig niet meer in gebruik, maar staat wel op de monumentenlijst. Het geheel is één grote toeristische trekpleister geworden, al probeert men wel het “eenvoudig” te houden door bv. het autoverkeer te weren. Pendelbussen, paard en koets of te voet (fiets mag eigenlijk ook niet) zijn de alternatieven. Zoals ik al schreef zijn de smalle steile straatjes één uiting van de consumptie maatschappij. Het klooster zelf is natuurlijk de trekpleister en heeft zijn interessante kanten maar als je al veel oude kloosters, landhuizen, kastelen gezien hebt dan ken je het in grote lijnen wel.
Toen ik op een van de terrassen stond met uitzicht op het riviertje was er een vreemd geluid; een vreemd geruis dat ik niet kon thuisbrengen. Toen ik naar beneden keek zag ik de oorzaak. Het werd hoogwater en de zee stroomde langzaam maar zeker als een tsunami het riviertje op. Het overspoelde het water dat richting zee ging alsof er niets was. Nu kan ik me een echte tsunami – gekoppeld natuurlijk aan de verwoestende beelden die iedereen kent – dan ook nog beter voorstellen. Ik had de aankondiging wel gezien wanneer het hoog water werd maar er geen aandacht aan geschonken. Mensen die op het strand/wad liepen waren in een kwartiertje afgesloten en zouden binnen het uur in minstens een meter water staan.
Terwijl ik in het klooster was viel er al even wat regen maar later op de avond barstte het onweer goed los. Door de wind en regen waren er enkele haringen uit de grond getrokken en lag een van de tentstokken plat. Dat betekende dat ik na de mosselmaaltijd – die ik wat oprekte ivm het weer - in de regen toch nog wat moest herstellen. Het onweer betekende tevens een voorlopig eind aan het zonnige en hete weer.
Bretagne
De baai waar Mont Michel aan ligt is door de “Hollanders” grotendeels ingepolderd met dijken, molens enz. Het woord “polder” zie je nog op de kaarten staan; al vraag ik me af hoe de Fransen dat uitspreken. Na polder en de dijken zag ik molens. Zoals ik al schreef zijn de meeste omgebouwd tot woonhuis en gewoon vervallen. Dit gebied staat bekend om zijn mosselen en oesters. De oogst gaat met speciale voertuigen; soms een boot met platte bodem die op een soort trailer door een tractor het wad wordt opgereden en dan is het een kwestie van wachten. Maar ik zag ook amfibievoertuigen waarbij de trailer is verdwenen.
In Cancale aan de noordwestkant van de baai heb ik bij de middagpauze ( eten, koffie) enkele oesters zo direct van de kraam genuttigd. In deze omgeving had ik ook de gewaarwording van een dampende aarde; alsof de mist uit de grond vandaan kwam. Ik vermoed dat de combinatie van de nog steeds warme aarde en de regen die er op gevallen was + de zeewind de oorzaak was. In de loop van de middag werd het steeds erger zodat ik in St Malo er zelfs aan dacht om iets warmers aan te trekken. Nadat ik met de ferry aan de overkant van de baai in Dinard was scheen de zon weer volop.
De route ging nu vooral over bestaande wegen al waren er ook stukken spoorlijn bij. Veel langs de kust maar soms ook een doorsteek iets meer het land in. Men had vooral gezocht naar verkeersarme wegen wat betekende dat er naast draaien en keren er ook stukken onverhard (boerenlandweg) met soms zeer slecht wegdek en ook zeer steile stukken in zaten. Dit riep soms wel de gedachte op of het niet wat eenvoudiger en gemakkelijker had gekund. Omdat het stuk na St Malo nieuw was, was de bewegwijzering of heel goed of heel slecht. Soms was men nog bezig met het plaatsen van palen/bordjes en of met de wals het zandbed/fietspad aan het vast rijden. Kortom het ging niet altijd even gemakkelijk maar je werd wel beloond met fraaie uitzichten en of rust.
Op het laatste deel ook nog enkele tekenen van uit de steentijd gezien in de vorm van dolmen (hunebedden), menhirs en de grootste cairn (grafheuvel) van Europa. Een van die menhirs is door of namens St Uzec gekerstend door er christelijke symbolen in te hakken.
In Roscoff het einde van deze route waren er zeefeesten aan de gang; een deel had ik al gemist maar aan de maaltijd heb ik met genoegen meegedaan en later volop van de Keltische muziek genoten.
Met name aan de kust van Bretagne ( maar ook Normandie) is er heel veel tuinbouw. Zo las ik dat bijna alle bloemkool van Frankrijk uit Bretagne komt. Verder natuurlijk heel veel aardappelen; na de oogst zag ik ze de kool planten. Maar ook andere groente als sla, sperciebonen, prei enz. en niet te vergeten de artisjokkenvelden - ook nieuw voor mij. Het gebied rond Roscoff is zelfs beroemd om zijn uien. Meer landinwaarts zie je naast gras (koeien) ook mais, graan en een enkel bietenveld.
Rond de huizen was er eerst een zee van stokrozen, later hortensia’s in alle kleuren. Ik ben kwijt waar precies de hortensia kust is.
Het eerste stuk, tussendoor, en weer later een mix met van alles of niets.
Voor foto's van de tocht vanuit Grave naar Roscoff moet je bij het stuk over de invasiestranden kijken.
Groeten en tot het volgende verhaal
-
26 Augustus 2013 - 10:02
Mary Van Amersfoort:
Hoi Aris,
Leuk en interessant om de belevenissen van je reis weer te kunnen volgen. Ik wens je nog veel reisplezier toe en het bezoeken van veel mooi plekjes,
Groetjes Mary
-
07 September 2013 - 19:25
Lydia Muller:
Hai Aris, wat leuk om je verslag te lezen. Ik bewonder je moed en doorzettingsvermogen. Ik ben benieuwd naar de rest van je bevindingen. Wij ( de etsgroep) zijn afgelopen woensdag bij Monique weer begonnen. Fijn , als je er weer bij kunt zijn over een tijdje, groeten en een goed vervolg van je reis , Lydia
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley